SPUITGLAZUUR

Al voor 1910 wordt er in Nederland, vooral bij de Porceleyne fles, geëxperimenteerd met kunstglazuren door Bert Nienhuis, Willem Brouwer, Chris Lanooy, Hein Andrée en Pieter Groeneveldt. Geïnspireerd door Midden-en Oost-Aziatische invloeden. Dankzij twee problematische gebeurtenissen in de aardewerkindustrie kwam het gebruik van deze kunstglazuren in een stroomversnelling terecht. Allereerst was daar in 1929 een maandenlange aardewerkstaking, die van de ene op de andere plateelfabriek oversloeg. Financiële reserves dreigden op te raken. Vrij snel na de beëindiging van de staking volgde De Grote Depressie oftewel de wereldwijde economische crisis die alle bedrijfstakken, en dus ook de aardewerkindustrie, genadeloos trof. Talloze plateelschilders raakten hun baan kwijt: hun tijdrovende arbeid van verfijnde en bonte decorschildering was te kostbaar geworden.